“Sterven” In Schoonheid.

Mijn buurjongens waren aan het voetballen tussen de huizen. Het hoogspanningshuisje diende als doel.
Een was keeper, de tweede was verdediger en de derde speelde de aanvallende partij.
Ik kwam net aanfietsen en stopte om de actie niet te verstoren. De toekomstige spits haalde een weggeschoten bal op en stormde schuins op het doel af. Op 15 meter hield hij plotseling in, beroerde de bal met zijn linker teen en filosofeerde luid: “jongens, zou dit een mooi doelpunt worden?”.
De confrères beaamden dit beiden. De eenzame libero haalde uit en ……. schoot de bal naast het doel,
door de struiken van nummer 37. Een typisch voorbeeld van het te mooi willen doen met rampen als gevolg.

Dit soort gedrag zie je echter niet alleen bij kinderen, sterker nog, je ziet het vaker bij volwassen beslissers,

deskundigen en bestuurders; bijvoorbeeld:

Vice-admiraal Sir George Tryon wilde in 1893, varende met 2 linies pantserschepen, met een mooie boog de rede bij Tripoli opvaren. Dat wil zeggen, hij wilde dat de schepen twee aan twee bleven in de bocht.
Zijn bevelen werden stipt uitgevoerd, maar de pantserschepen konden zo'n draai niet maken en de ramneus van HMS Camperdown boordde zich in het vlaggenschip, de HMS Victoria, dat zonk.
Meer dan 350 opvarenden lieten het leven, inclusief de vice-admiraal zelf die zich uit schaamte opsloot in zijn hut. Detail: een van de overlevende onderofficieren, Jellicoe, werd later in de eerste wereldoorlog algeheel opperbevelhebber van de Britse vloot.

Een tennis speler bij mijn vroegere club wilde graag alle punten winnen met een smash (een techniek die hij niet beheerste). Het resultaat was dat we ballen moesten gaan lenen bij de belendende baan: alles was over het hek gegaan en onvindbaar.

Een grote computerfabrikant kreeg een interessante klant: een middelgrote bank die zijn mid-range systemen wilde vervangen door snellere. De klant liet zijn oog vallen op de grote Intel mini's van de fabrikant en de onderhandelingen begonnen. De mainframe tak van de fabrikant kreeg hier echter de lucht van en holde naar de  eigen directie. Die vond dat de bank als mainframe klant zou bijdragen aan het imago van het bedrijf, dus werden de mini-verkopers teruggefloten en de mainframe jongens namen hun plekjes in.

De bank stond perplex: ze konden enkel nog kiezen uit een serie mainframes. En daar hadden ze geen zin in,

dus … de bank verbrak de onderhandelingen en koos een ander merk.

Bij een van onze klanten ontstonden nogal wat log files (productieverslagen). Het liep in de honderden megabytes. Geen wonder dat de klant ruimtegebrek kreeg en de files geregeld weggooide zonder ze te bekijken.

Dat zou ook geen doen zijn geweest. Er moest dus een programma komen dat deze files nakeek op artefacten.

De collega die deze schone taak kreeg toebedeeld werd helemaal wild enthousiast: hij maakte een soort tekstverwerker die van elke regel een statistiek maakte en zo een profiel creëerde van een productiedag. Jammer dat het maken van een enkel verslag ongeveer een maand rekentijd kostte. Verder zag de klant liever een eindrapport dan balen papier met al die statistieken. Derhalve is het programma nooit gebruikt.

Dit waren allemaal triviale voorbeelden, maar het kan ook subtieler mis gaan:

Indertijd was ik bevriend met meneer Ho van de Universiteit van Ha Noi. Hij nam me mee naar diverse bezienswaardigheden. Zo gingen we eens naar de Phu Tay Ho tempel op het schiereiland Quang An. Aan de linker zijkant stond een lange rij vrouwen met wierook in de gevouwen handen te bidden, die langzaam naar de tempel toe schuifelden. Aan de rechter zijde stond een soortgelijke rij mannen. "Die mensen bidden om een partner", verduidelijkte Ho. "Interessant", zei ik, maar als we nou die tempel er eens tussenuit halen …". Typisch een oplossing van een programmeur met beroepsdeformatie. Ho kon het helemaal niet waarderen.

;JOOP!