“All that we see or seem is but a dream within a dream”
Edgar Allan Poe, (hoor ook: Propaganda, album: A secret Wish, 1985).
Ja, hoe zou de wereld er eigenlijk in het echt uitzien? Om misverstanden te voorkomen: ik ben niet blind, mijn ogen doen het wat minder dan 40 jaar geleden, maar met behulp van een leesbril kan ik dit verhaal nog gemakkelijk typen en nalezen.
Hoewel … … wat zie ik eigenlijk, of: wat denk ik te zien?
Het menselijk oog is kwalitatief beduidend minder dan een gemiddelde telefoon camera vandaag de dag; het zijn de hersenen achter in ons hoofd die er wat van maken; ja, maken, letterlijk, want wat is de relatie tussen beeld en werkelijkheid? De meeste van onze waarnemingen zijn indirect of enkel op licht gebaseerd. Het hele Universum is voor onze andere zintuigen onbereikbaar.
Deze gedachte is niet nieuw, Plato zei het 24 eeuwen geleden al: we zitten in een grot en wat we zien zijn enkel schaduwen van dingen achter ons, door een onzichtbaar vuur op de muur voor ons geprojecteerd.
We worden ons er pas van bewust, wanneer we ons realiseren wat het wereldbeeld van de vissen in het aquarium moet zijn: vage onaanraakbare schimmen achter een hard, deels spiegelend, oppervlak. Denk niet dat ze door hebben dat ik even weg loop om dit te typen. Ik wordt onzichtbaar en verdwijn uit hun wereld, uit hun bewustzijn. En wat mag bewustzijn dan wel zijn?
Wie de films "De Matrix-1" (virtuele wereld), eXistenZ (meer-laagse virtualisatie) of Inception (meer-laagse droom) heeft gezien mag zich afvragen wat echt is. Vooral die laatste film deed me iets. Ik ben wel eens wakker geworden uit een droom, waarna de wekker me daaruit weer terug bracht in wat ik maar de echte wereld ben gaan noemen.
Wij baseren ons wereldbeeld deels op verbeelding. Wanneer ik in de ICE naar Keulen op het toilet zit, lijkt dat heel erg op het toilet in de jumbo naar Singapore: lichte bewegingen, geen uitzicht, vage geluiden. Maar in het tweede geval reis ik 800 Km/u harder en niet over de grond, maar door de lucht. Mijn verbeelding doet de rest, … … tot ik de deur open en "Schrödinger's Kat ter plaatse sterft".
Onze verbeelding, die een machtig hulpmiddel zou moeten zijn speelt ons parten. Elke goochelaar, illusionist of mentalist houdt ons gemakkelijk voor de gek of manipuleert onze werkelijkheid, totdat we niet zien wat er voor onze neus gebeurt of zien wat er helemaal niet is: na het succes van het boek "De Aanslag" van Harry Mulisch werd de plek waar e.e.a. zou hebben plaatsgevonden bijna een bedevaartsoord, terwijl het verhaal feitelijk een samenraapsel was van allerlei andere gebeurtenissen.
Een foto van een fruitschaal gemaakt door George Adamski, en door hem gepresenteerd als de foto van een buitenaards ruimteschip, laat nog steeds hele volksstammen zelf ook vliegende schotels "zien".
Tja, in 1965 zag ik er ook een, op weg naar school; ik stapte van mijn fiets en wachtte geduldig af tot er opeens een KLM vliegtuig uit de wolken kwam en de schotel een ordinaire schaduw werd; … en ik te laat op school kwam …….
En alles om ons heen wat we wel waarnemen (?) beïnvloedt onze verdere waarneming (of wat daarvoor doorgaat):
Realiseer je dat nog nooit iemand een atoom, laat staan een elektron of proton heeft gezien: alles berust op indirecte waarneming of zelfs hypothese. Bijna alle deeltjes in de kernfysica zijn uitkomsten van "sommetjes" die in de toekomst gemakkelijk door nieuwe "ontdekkingen" verworpen kunnen worden. Onze "zekerheden" zijn niet harder dan de waarheden van een paar eeuwen terug, zoals: "de aarde is plat" en "de zon-draait-om-de-aarde". Tenslotte wist men het toen ook zeker, want … men zag het zelf.
Autoriteit, massahysterie en hype dwingen ons tot de waan van de dag en schakelen ons verstand deels uit. Onze anders-dan-wij gekleurde, gevormde of geboren medemens wordt een dief, een bedrieger, een gek, een terrorist … al naar de geldende "mening", waaraan we ons soms maar moeilijk kunnen onttrekken.
Iemand vertelde me eens dat zij, op weg naar een klant, van een collega in de auto hoorde dat die klant een travestiet was, die zich geregeld in lingerie hulde. Gearriveerd kon zij die klant niet meer recht aankijken, dat beeld van die man in een BH kwam steeds op.
Maar, wanneer wij de werkelijkheid (beter) leren kennen, kunnen wij die dan wel aanvaarden, wanneer die nogal afwijkt van wat we hadden verwacht? Kunnen wij de werkelijkheid wel aan? De wereld is vol van mensen die al een leven lang overtuigd zijn van een religieuze richting, een politiek ideaal of een maatschappelijke structuur en die daar met geen middel meer van af zijn te brengen.
In het boek "Tschai – Onder de Wankh" schetst de schrijver Jack Vance de omzwervingen van een op de planeet Tschai gestrande aardbewoner: hij treft er o.a. een sekte aan die hunkert naar de planeet Aarde, waar hun voorouders ooit vandaan zouden zijn gekomen en waar zij weer naartoe willen om de op Tschai overheersende aliens te ontvluchten.
Wanneer hij voorstelt om een ruimteschip te bouwen en er simpelweg heen te vliegen, wijst men dit idee van de hand: al vele jaren is men gewend om "middels ceremoniële meditatie nader tot de Aarde te geraken, een andere weg is er niet".
Uit gemakzucht, of omdat erover nadenken "zeer" gaat doen, aanvaarden we onze waarnemingen dus maar levenslang als echt.
En toch ben ik nog steeds benieuwd hoe de wereld er in werkelijkheid uit ziet. Jullie ook?