Een dilemma is een situatie die dwingt tot een beslissing. Er zijn zwakke dilemma’s die je kunt negeren omdat niets doen onschuldig lijkt of omdat je de eventuele gevolgen daarvan accepteert. Voorbeeld: je komt na een bezoek aan de supermarkt tot de ontdekking dat je het statiegeld bonnetje niet hebt ingeleverd. Dat kan alleen dezelfde dag nog, dus je moet terug. Maar je kunt ook doorlopen naar huis.
Door: Joop Lanting; vaste columnist voor Java Magazine
En er zijn harde dilemma’s waarbij je gewoon niet om een beslissing heen kunt, soms doordat de tijd beperkt is, soms omdat niets doen fatale gevolgen zal hebben.
Voorbeeld: je hebt hevige pijn op de borst. Je kunt daarmee naar de huisarts, die kan oordelen dat je naar het ziekenhuis moet, wat je hele planning in de war gooit. Je kunt ook wachten op een hartinfarct, dan is de overlevingskans gering en volledig herstel uitgesloten. Ik spreek uit ervaring.
Het begint al zodra je kunt lopen. Al jong moet je kiezen tussen risico’s nemen of uitgelachen worden. Als programmeur maak je ook dilemma’s mee, bijvoorbeeld: leveren we het project op tijd op, zonder compleet ontwerp en documentatie, of maken we die zaken eerst in orde? In het eerste geval is zowel de projectleider als de klant aanvankelijk tevreden, maar owee wanneer de gebruikelijke wijzigingen of
uitbreidingen zijn verkocht: dan begrijpt niemand dat je zonder goede beschrijvingen vruchteloos door duizenden regels programmatekst heen moet zoeken naar structuur en aanknopingspunten en je gaat over elke deadline heen. Hoe leg je uit dat geen mens alle sources en gebruikte componenten kan onthouden? ‘Weet je niet meer hoe het in elkaar steekt? je hebt er toch zelf aan gewerkt?’
In het tweede geval ben je zelf als enige tevreden, want je bent voorbereid op het verwachte meerwerk. Maar wanneer de klant om welke reden ook niets meer bijbestelt ‘komt het door jouw late oplevering’.
Tot zover is het de dagelijkse gang van zaken, dat geldt praktisch voor iedereen, maar het kan erger:
- In mijn jeugd schijnt het volgende verhaal in de Telegraaf te hebben gestaan: Een kind moest een operatie aan het onderlichaam ondergaan. Daarvoor werd hij plaatselijk verdoofd. Na de operatie zei hij tegen zijn ouders: “De dokter was stom dronken”. Dat werd afgedaan als fantasie ten gevolge van de doorstane emoties. En men durfde ook niet te informeren bij het ziekenhuis. Wat later werd de chirurg ontslagen wegens alcoholverslaving en het kind bleek te zijn verminkt.
- Op 3 Juni 1998 reed een ICE (hogesnelheidstrein) ter hoogte van het Duitse Eschede. Plotseling boorde een stalen balk, zo leek het, zich door de vloer tussen twee stoelen. De ontstelde reizigers waren aanvankelijk verlamd van schrik. Vervolgens rende een hunner door de trein en haalde een conducteur. Deze wist ook niet wat hij ermee aanmoest en ondernam geen actie. Een paar kilometer verder stak het ondereind van de balk in een wissel en ontspoorde de trein waarbij de voorste rijtuigen te pletter sloegen tegen een viaduct. Resultaat: 101 doden (waaronder een paar arbeiders buiten de trein) en 88 gewonden. De oorzaak was een gebroken wielband. Treinwielen bestaan uit een ijzeren schijf waaromheen een stalen band is aangebracht waarop de trein feitelijk rijdt. Dilemma: niemand, ook de conducteur niet, had aan de noodrem durven trekken (misbruik wordt gestraft) en in Duitsland (gezag is gezag) is men té gelaten om zo’n beslissing te nemen.
- Op 10 februari wierp een Fatah-terrorist een handgranaat in het busje dat ELAL passagiers naar een gereedstaand vliegtuig, vlucht Al-435, van München naar London zou brengen. Een van de passagiers, Aryeh Katzenstein, bedacht zich geen seconde en wierp zich op de granaat, die hem doodde en de anderen verwondde. Een onmogelijke, heldhaftige beslissing: wachten tot iemand anders zo moedig is betekent zeker de dood van alle passagiers, kortom de keuze tussen dood en dood. Een duivels dilemma.