Close Encounters

In 1977 waagden wij de grote sprong: UNIX op de faculteitscomputer. Sinds de aanschaf van onze machine in 1974 draaiden wij het door de leverancier (Digital Equipment) bijgeleverde besturingssysteem RSX-11D.

Stel je even voor: een machine zo groot als een driedeurs linnenkast, met de ontzagwekkende hoeveelheid van 112 Kb memory en driemaal 2.5 Mb verwisselbare disks (elk zo groot als een dienblad). Vandaag een lachertje.

Geloof het of niet, maar je kon er met zijn vijven tegelijk op werken, als je maar geen enge dingen deed, zoals een programma vertalen of je tekstje afdrukken. Maar de wereld zag er toen anders uit dan nu: wanneer je tegenwoordig een PC koopt en er thuis iets heel anders op zet, dan gaat dat niemand een mieter aan. Microsoft zal er (doorgaans) geen traan om laten en je garantie blijft intact. Nou, dat was toen wel anders! De fabrikant bepaalde wat je met hun peperdure apparaat mocht doen. De Universiteit was bepaald geen kleine klant, maar de directie ging op de knieën door het stof voor de salesmanagers, wanneer die iets niet beviel.

Wanneer er weer eens een lampje aan de voorkant doorbrandde (en daar zaten er een stuk of 40), dan moesten we eerst het systeem stoppen, de UNIX-disks verwijderen en opbergen en RSX er weer op zetten. Anders kwam de monteur niet eens opdraven.

Het zal wel duidelijk zijn dat we op onszelf waren aangewezen wanneer we een apparaat wilden aansluiten.

Voor zover er in die tijd iets aan te sluiten viel uiteraard. Kabeltjes maakte je zelf maar en drivers… haha.

Aan ons systeem zat een zogenaamd laboratorium unit vast, dat signalen kon opnemen en zenden en een eigen timer had, maar dat moesten we dus zelf maar aan de gang zien te krijgen. Gelukkig stond het gebouw niet al te ver van het Mathematisch Centrum en de Vrije Universiteit. Deze instituten waren ons voorgegaan, want ze waren nummer 1 en 2 met UNIX in Nederland en wisten er al heel wat van af. Omdat ik niet wist hoe dat aan te koppelen, ging ik naar de Vrije Universiteit.

Het was in de lunchpauze en in de terminalruimte aldaar trof ik een enkele gebruiker aan, duidelijk ouder dan een student, dus hij zou me wel kunnen helpen. Hij holde tussen 4 terminals heen en weer, want wat hij deed kostte kennelijk tijd. Hij typte een regel in en startte iets op, ging dan elders naar het resultaat van de vorige bewerking kijken, typte weer wat, startte weer iets en holde naar de volgende terminal. Later bleek dit genie de beroemde hoogleraar Andrew Tanenbaum te zijn, die talloze boeken heeft geschreven en systemen heeft ontwikkeld. Ik aarzelde uiteraard om hem iets te vragen, maar tussen de activiteiten door begroette hij me en vroeg me wat ik wilde. Terwijl hij gewoon doorwerkte, legde ik mijn situatie uit en hij maakte wat notities. Op een A5-je stond spoedig de gehele driver structuur plus wat nuttige aanwijzingen. Ik bedankte hem en haastte me terug. En, o wonder, het werkte in één keer!

Ik werd een geregelde bezoeker van de Vrije Universiteit voor lezingen en nader contact en eens gaf Andrew me een C-programma mee: Elisa. Het bleek een zogenaamd psychologen consultprogramma te zijn. Het was een eigen maaksel van Tanenbaum en later hoorde ik dat hij er dagelijks aan werkte tussen andere activiteiten door. Dus mijn exemplaar was een snapshot van zijn project.

Op mijn werkplek probeerde ik het maar eens uit. Dit is wat ik me er na bijna 40 jaar van herinner: uiteraard begon het programma zoals verwacht:

– "Hello, how are you today?"

In het Engels dus. Tja, Andrew is een Amerikaan. Ik probeerde: "I'm fine, thank you".

– "Tell me about your mother."

O, o, nu begon natuurlijk het saaie gedoe waar ik al eerder van gehoord had: net een echte psychiater.

Recalcitrant typte ik na een paar van die vragen: "I want to kiss you". En ja hoor:

– "Do you think that will make you feel better?"

Dus ik antwoordde: "Yes" Tot mijn verbazing kwam er:

– "OK"

Wat nu? Ik wist niet wat ik moest doen? De terminal zoenen of die kast van 3 ton? Uiteindelijk typte ik:

"SMAKKK!" Tot mijn ontsteltenis kwam er:

"Do you feel better now?"

Ik ben niet verder gegaan. Wat had Andrew allemaal in dat kleine programmaatje gepropt? Toen was ik nog niet zo bedreven in de programmeertaal C, dus ik snapte er weinig van. Ik zal het nooit weten, want er braken hectische tijden aan en na mijn vertrek bleek het programma zoek. Google maar eens: Andrew S. Tanenbaum

 

;JOOP!